Belastingheffing in Box 3

 

Situatie tot en met 2016

De belastingheffing in Box 3 verliep tot en met 2016 op een vrij eenvoudige manier. Grosso modo betekende dit dat de wetgever er van uit ging dat u over uw vermogen minus schulden een bepaald rendement (forfaitair rendement) behaalde. Wettelijk was dit rendement bepaald op 4%. Over dit rendement betaalde u vervolgens 30% belasting wat neerkomt op de bekende 1,2% belastingheffing. Voor de volledigheid zij opgemerkt dat vermogens tot € 24.437 (heffingsvrij vermogen) waren vrijgesteld van belasting. 

 

Wijziging 2017

Met ingang van 2017 is de belastingheffing in Box 3 grondig aangepast. Vanaf dat jaar gaat de wetgever er van uit dat uw vermogen afhankelijk van de hoogte volgens een bepaalde investeringsmix zou renderen. De belastingheffing werd over 3 schijven berekend waarbij verondersteld werd dat u meer voordeel behaalde naarmate uw vermogen hoger was. 

 

Wijziging 2022

In het zogenaamde "Kerst-arrest" heeft de Hoge Raad bepaald dat het box 3 stelsel vanaf 2017 niet juist was en dat belastingplichtigen moesten worden gecompenseerd. Het werkelijke rendement bleek namelijk vaak veel lager te zijn dan het fictieve rendement waarmee werd gerekend voor de box 3 heffing. Als gevolg hiervan is het box 3 stelsel in 2022 opnieuw aangepast. Vanaf dat jaar wordt uigegaan van de daadwerkelijke verdeling van vermogensbestanddelen, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen spaargelden, overige bezittingen en schulden, ieder met een ander fictief rendement. Volgens de wetgever zou dit beter aansluiten bij de realiteit, maar hoewel het fictieve rendement op spaargeld weliswaar beter aansluit bij de realiteit, geldt voor overige bezittingen nog altijd een vrij hoog fictief rendement dat in de praktijk lang niet altijd behaald zal worden. Voor het fictieve rendement op schulden wordt juist aangesloten bij de gemiddelde rente op uitstaande woninghypotheken die veelal veel lager zal zijn dan de rente die belastingplichtigen daadwerkelijk betalen op persoonlijke leningen en overige schulden.

 

Actuele situatie en de toekomst van box 3

Met name vanwege het fictieve rendement op overige bezittingen en schulden is er nog altijd veel kritiek op het box 3 stelsel. De belastingdienst wordt dan ook overstelpt met bezwaarschriften van met name beleggers en vastgoedinvesteerders, maar ook van mensen die leningen hebben verstrekt aan bijvoorbeeld hun kinderen. Het tarief van box 3 is in de tussentijd ook fors gestegen. Was dit tot en met 2020 nog 30%, inmiddels bedraagt het tarief 36% (2024). 

Het is de bedoeling dat vanaf 1 januari 2027 een nieuw box 3-stelsel geldt op basis van het werkelijke rendement. Er ligt inmiddels een concept voorstel, dat echter zeker nog niet definitief is. Het is aan de nieuwe Tweede Kamer en het nieuwe kabinet hoe het nieuwe box 3-stelsel vormgegeven gaat worden. Om de streefdatum van 1 januari 2027 te halen, is het wel nodig dat uiterlijk in de zomer 2024 een wetsvoorstel aan de Tweede Kamer wordt aangeboden, aldus de staatssecretaris.